
In de tijd dat ik dertien a veertien jaar oud was en nog braaf in het zuidoosten van Brabant woonde, kregen de 'hokken' een opkomst. Jongeren mochten nog niet officieel uit, maar drinken deden ze wel. De bedoeling van ‘hokken’ was dat de jeugd bij iemand thuis in een schuurtje ging drinken, of anders gezegd: Helemaal lam zuipen. De GGD kwam in die tijd met cijfers naar buiten over het drankgedrag van de jeugd. Met name in zuidoost- Brabant werd onder de jongeren in Nederland het meest gedronken.
Inmiddels hebben de ‘hokken’ hun beste tijd wel gehad en heeft de GGD een nieuw onderzoek gedaan. Gelukkig is er dit keer beter nieuws.Het aantal Brabantse kinderen dat alcohol drinkt is de laatste vier jaar afgenomen. De organisatie hield een enquête onder elfduizend jongeren en daaruit blijkt dat van de Brabantse jeugd tussen de twaalf en negentien jaar 44 procent drinkt, tegenover 54 procent in 2003. Vooral onder de jeugd tot en met veertien jaar is het aantal drinkers afgenomen met vijftien procent.Een goede vooruitgang, maar er moet wel aandacht blijven voor dit probleem. Jongeren groeien tot het achttiende jaar en er is zelfs bekend dat de hersenen zich ontwikkelen tot de leeftijd van 24 jaar.
Inmiddels is dat ene glaasje Passoa veranderd in bier en Martini. Ook de hoeveelheid is veranderd in een paar glaasjes (geen alcoholistenhoeveelheid!). Maar goed, dat mag best als achttienjarige. Ik geniet er van en drink het ook met mate(n) en dat is het belangrijkste!
Cheers!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten